Tarthang Tulku
Het Tibetan Aid Project is opgericht door de Tibetaans boeddhistische leraar van de Nyingma school, Tarthang Tulku.
Tarthang Tulku woont en werkt in Californië, VS, en is de hoofdlama van de internationale Nyingma organisatie, schrijver van diverse boeken en hoofd van diverse projecten. De overdracht van Boeddhisme voor het westen en het behoud van de Tibetaanse-Boeddhistische wijsheid voor oost en west zijn voor Tarthang Tulku en zijn medewerkers het grote centrale doel. Met Tarthang Tulku als de grote drijvende kracht.
In 1958 verliet Tarthang Tulku Tibet om zijn leraar te volgen die in 1956 naar Sikkim was gegaan. Hierdoor ontsnapte hij aan de grote vervolgingen die in 1959 in Tibet losbarstten. In de 60-er jaren was hij leraar aan de Sanskriet universiteit in Varanasi, India, als vertegenwoordiger van de Nyingmaschool. Samen met andere collega’s in ballingschap, publiceerde hij 20 belangrijke Nyingma teksten zodat de beoefenaars in ballingschap hun studie konden hervatten.
In 1969 ging hij naar Amerika en begon meteen hulp te organiseren voor Tibetaanse vluchtelingen in India. Hij en zijn kleine groepje jonge studenten zetten een PEN Friend programma op, de voorloper van TAP, voor fysieke hulp aan duizenden Tibetaanse vluchtelingen in India. Later maakte hij zijn eerste pelgrimstocht naar Bodh Gaya in India, de plaats waar de Boeddha de verlichting bereikte. Deze heilige plek, ooit ook gebruikt voor grote ceremonies, lag er vervallen bij. Diep geraakt ontwikkelde hij de grote wens deze plek ooit in haar oude glorie te herstellen.
Uiteindelijk ging Tarthang Tulku zelf in 1989 naar Bodh Gaya om er met vijfhonderd bevriende lama’s deze plaats eer te bewijzen en er te bidden. De deelnemers ontvingen als symbolisch geschenk een klein aantal heilige teksten. Dat was de eerste Monlam Chenmo, de eerste ‘World Peace Ceremony’. In 2017 vond de Monlam Chenmo voor de 28ste keer plaats. Nu wordt de ceremonie al vele jaren bijgewoond door ongeveer tienduizend lama’s, monniken en nonnen, samen met ongeveer net zoveel lekenbeoefenaars. Ook boeddhisten van andere tradities komen naar Bodh Gaya, vanuit o.a. India, Tibet, Bhutan, Sikkim, Nepal.
Rondom 1989 wordt het technisch mogelijk om meer teksten te drukken en ze in grote aantallen beschikbaar te stellen aan leraren en kloosterlingen, ook aan lekenbeoefenaars. Zo veel teksten dat in 2015 in totaal meer dan vier miljoen heilige teksten gratis onder hen konden worden verspreid.
De laatste jaren zijn teksten van de Tibetaanse Canon gedrukt en verspreid. Bij de Mönlam Chenmo van 2015 was de verdeling van de Narthang Kanjur en Tanjur aan de orde. Bij de keuze van deze teksten staat het creëren van een omvattend en diepgaand geheel van studiemateriaal voor Tibetaanse studenten en leermeesters, die een diepe verbondenheid hebben met hun erfgoed, voorop.
De boeken die Tarthang Tulku in zulke grote aantallen verspreidt, zijn ook bedoeld voor toekomstige generaties in oost en west, zodat de leer van de Boeddha en deze traditie van wijsheid in de wereld kunnen blijven.
“Beyond the beliefs of any religion, there is the truth of human spirit.
Beyond the power of nations, there is the power of the human heart.”
Tarthang Tulku